Hoge postprandiale bloedsuikerwaarden, dus pieken in de bloedsuikerwaarde na het eten, gelden als risicofactor voor een verhoogde HbA1c-waarde en aandoeningen die als gevolg van diabetes kunnen optreden. Dat blijkt uit onderzoeken die in de afgelopen jaren zijn gedaan. Dergelijke pieken in bloedsuikerwaarden hoeven niet voor te komen. Wie een insulinepomp draagt, kan de insuline door middel van een bolustoediening precies afstemmen op de maaltijd die hij of zij eet. Moderne insulinepompen beschikken over speciale bolusvarianten, die dragers van een pomp zeker een keer moeten uitproberen.

De normale bolus
Er kan in principe verschil worden gemaakt tussen drie typen bolustoediening, die bij ieder soort insulinepomp een eigen benaming kunnen hebben.

Variant 1

De gehele bolus wordt in één keer afgegeven

Deze variant wordt wel de standaardbolus resp. de scrollbolus genoemd (bij Accu-Chek-insulinepompen), de normale bolus/expresbolus (bij de insulinepomp Paradigm) of standaardbolus resp. visuele bolus/XPress-bolus (bij Deltec Cozmo).

Vet vertraagt de opname

Deze berekening werkt niet bij maaltijden die veel vet bevatten, want vet vertraagt de opname van koolhydraten in het bloed. Een klassieker is bijvoorbeeld de pizza, maar andere problematische gerechten zijn bijvoorbeeld lasagne, gyros met patat, tiramisu – maar bijvoorbeeld ook maaltijden met peulvruchten (bijv. erwtensoep of linzen). Als de complete bolus dan in één keer wordt afgegeven – zoals bij variant 1 – dan lopen de stijging van de bloedsuikerwaarde en de werking van de insuline niet synchroon. Eerst treedt er dan een hypo op, omdat de insuline al werkt, maar de koolhydraten nog niet in het bloed terecht zijn gekomen. Na ca. vier à vijf uur stijgt de bloedsuikerspiegel plotseling sterk, omdat de koolhydraten inmiddels hun werk doen, maar de insuline niet meer.

De insulinepomp kan dit probleem oplossen door twee andere varianten op de normale bolus:

Variant 2

De bolus wordt vertraagd afgegeven in kleine hoeveelheden, gedurende een zelf te kiezen periode

Deze variant heet, afhankelijk van insulinepomp, de vertraagde of verlengde bolus, maar wordt ook vaak de ‘pizzabolus’ genoemd.

Variant 3

Een combinatie van een directe bolus en een vertraagde bolus

Deze variant heet, al naar gelang de insulinepomp, de multiwavebolus of duale bolus.

Welke variant wordt gekozen, hangt af van het bloedsuikergehalte voor het begin van de maaltijd:

Als het bloedsuikergehalte voor de maaltijd normaal is, dan wordt gekozen voor de vertraagde resp. verlengde bolus. Open daartoe het bolusmenu en voer eerst de complete hoeveelheid van de bolus in, inclusief de periode waarover de bolus moet worden verdeeld. De insulinepomp geeft de bolus nu gedurende de gekozen periode in gelijkmatige porties en met regelmatige tussenpozen af.

Wanneer de bloedsuikerwaarde voor de maaltijd al verhoogd is en eerst moet worden gecorrigeerd, dan kan daarvoor de multiwavebolus resp. de duale bolus worden gebruikt. Hierbij geeft de insulinepomp eerst een vooraf vastgestelde correctiedosis af, waardoor het bloedsuikergehalte tot een normaal niveau daalt. Vervolgens wordt een vertraagde bolus toegediend, die – net als bij variant 2 – vrij kan worden gekozen.

Het is natuurlijk ook mogelijk om eerst een normale bolus (variant 1) af te geven, die de bloedsuikerwaarde corrigeert en dan een vertraagde resp. verlengde bolus (variant 2) toe te dienen. Dit zijn de twee varianten van de bolus die het meest worden gebruikt – overigens ook vaak bij buffetten of uitgebreide diners. Er hoeft dan niet voortdurend te worden gedacht over het toedienen van een bolus als het eten wat langer duurt dan verwacht. In dat geval moeten de BE eerst worden geschat, want het is nog niet te voorspellen hoeveel u die avond zult gaan eten. Kies in het begin liefst voor een wat lagere bolus en dien eventueel later nog eenmalig een bolus toe.

*Raadpleeg voor de toepassing van de bolusvarianten ook de gebruiksaanwijzing van uw insulinepomp.